Inhoud
De zestigjarige Henk Stokking krijgt een briefkaart met een uitnodiging van Jacobus
van Eck, de overleden auteur van De Amsterdamsche Schans en De Buitensingel. Dat kan
natuurlijk niet, Van Eck is in 1946 overleden. Stokking vermoedt een grap van vrienden
maar kan de verleiding niet weerstaan op pad te gaan. Ter plekke ontmoet hij de
stokoude Van Eck, die hem meeneemt naar het Amsterdam van 1877 en hem vertelt
over zijn vader, Willem Stokking, die Henk nooit heeft gekend. Van Eck biedt de
verbijsterde Stokking, die daags na het avontuur aan zijn geestelijke vermogens twijfelt,
toegang tot het verleden en geeft hem de kans zijn vader te zoeken.
Tussen de Raam- en Zaagpoort naar het westen met de molens aan de Singelweg, Voorweg, Middenweg en Achterweg. Gezien vanuit de huidige Frederik Hendrikstraat in stadsdeel West.
Stadsarchief Amsterdam, J.M.A. Rieke 1880
Waarom dit boek lezen?
Het is een warme, rijke roman’, zegt een van de meelezers. ‘Je wordt echt ondergedompeld in het Amsterdam van het begin van de vorige eeuw.’
Het boek zal lezers aanspreken die aangetrokken worden door een verhaal met psychologische ontwikkeling, spannende verhaallijn en een magisch-realistische invalshoek. Liefhebbers van het werk van Arthur Japin, Atte Jongstra en van het magisch-realisme van Isabelle Allende.
Honderdduizenden mensen zoeken hun wortels, voorouders die ze bij leven nooit hebben gekend. Archieven digitaliseren hun bestanden en worden massaal bezocht. De beproevingen die voorouders hebben doorstaan, armoede, kindersterfte en oorlog, definiëren de familie, als littekens die in de eenentwintigste eeuw betekenis geven aan het leven van de nazaten. Fans van familiegeschiedenis kunnen hun hart ophalen aan de zoektocht in dit boek.
Het verhaal is een belevenis voor ieder die geïnteresseerd is in de geschiedenis van Amsterdam, in het bijzonder het begin van de twintigste eeuw, het sociaal-maatschappelijke leven en de wezenzorg.
In De wezen van Amsterdam wordt het dagelijkse leven van gewone Amsterdammers aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw tot leven gebracht. Amsterdammers die niet tot de elite behoren en slechts schaarse sporen achterlaten in archieven, brieven en kranten.
Het is een tijd waarin de jeugdzorg grotendeels in handen is van de kerken. De Evangelisch Lutherse weeszorg, gevestigd in het weeshuis aan de Weteringschans, vormt het decor van dit verhaal, evenals de pleeggezinnen in Gelderland, de opkomende bioscoopindustrie en de metaalindustrie op Oostenburg.
Begin twintigste eeuw groeit de stad enorm en is de kloof tussen arm en rijk groot. Het boek laat zien hoe instituties met hun regels en routines kwetsbare mensen helpen én uit het oog verliezen en hoe individuen met lef in deze organisaties het verschil kunnen maken. Dat laatste is vandaag de dag onverminderd waar. Naast de wezen komen ook regenten en weesouders tot leven in deze indringende vertelling.
Arbeidsonrust in de bioscooptheaters leidt honderd jaar geleden niet alleen tot strijd met werkgevers van de Nationale Bioscoopbond maar ook tot een verbeten concurrentiestrijd tussen de talloze vakbonden onderling. Dat het voortbestaan van het eigen verband vaak zwaarder weegt dan het belang van de doelgroep waar je voor werkt is ook in de maatschappij van 2024 herkenbaar.
Personages
De Buitensingel, de huidige Singelgracht langs de Nassau-, Stadhouders- en Mauritskade omringde Amsterdam tot het vierde kwart van de negentiende eeuw. Tussen de bolwerken (met molens) liep de stadsmuur met aan de binnenzijde de Schans waarop lijnbanen zichtbaar zijn. Vanaf de bolwerken zag je een zee van molens, levendig beschreven door Jacobus van Eck in De Amsterdamsche Schans en De Buitensingel, een groots boek dat in 1946 na zijn dood verscheen.
De oorsprong van het boek
WEESKINDEREN
Wonend in het Evangelisch Luthers weeshuis.
Met dank aan het Luthers museum
Over de auteur
Eric ten Hulsen is zesde generatie Amsterdammer. Hij is sociaal psycholoog, organisatieadviseur en schrijver en heeft voor het openbaar bestuur gewerkt.
Hij schrijft korte verhalen en haiku’s. De wezen van Amsterdam is zijn eerste roman.